Ieder land in de wereld heeft cultureel erfgoed, materieel en immaterieel, ook Nederland.
Maar wat is het precies? Cultureel erfgoed kan als volgt gedefinieerd worden: ‘Cultureel
erfgoed is een verzamelnaam voor monumenten en verzamelingen met een grote
cultuurhistorische betekenis. Deze sporen uit het verleden zijn zichtbaar en tastbaar
aanwezig. Er wordt onderscheid gemaakt tussen materieel en immaterieel cultureel
erfgoed.’
Dit artikel gaat over cultureel erfgoed in het algemeen; in het artikel ‘Immaterieel erfgoed’
gaan we nader op dat specifieke onderwerp in.
Bij materieel cultureel erfgoed kun je denken aan gebouwen (bijvoorbeeld
Rijksmonumenten), voorwerpen in musea, archieven, archeologische vondsten maar ook
aan bepaalde landschappen. De daaraan verbonden gebruiken, gewoonten en verhalen zijn
immaterieel cultureel erfgoed.
Binnen het materieel erfgoed maakt men onderscheid tussen onroerend en roerend
erfgoed. Onroerend erfgoed is grondgebonden, dus bijvoorbeeld landschappen, bruggen,
kerkgebouwen, woonhuizen, monumentale boerderijen en bouwkundig erfgoed. Maar het
is ook te vinden in de bodem en in het water.
Bij niet-grondgebonden, ofwel roerend materieel erfgoed, moet je denken aan boeken,
kunstwerken, klederdracht en dergelijke. Vaak zijn deze voorwerpen te vinden in musea,
bibliotheken, religieuze centra en verzamelingen van verenigingen of heemkundige kringen.
(Meer informatie:
Bekende voorbeelden van cultureel erfgoed in Nederland zijn de wind- en watermolens, de
begijnhoven, het industrieel erfgoed van de 19e eeuw en militaire bouwwerken
zoals kazematten en bastions.
De Rijksoverheid, gemeenten, provincies en eigenaren zijn met elkaar verantwoordelijk voor
de zorg voor het cultureel erfgoed in Nederland. De Rijksoverheid ondersteunt eigenaren
van gebouwen bijvoorbeeld met subsidies en leningen voor rijksmonumenten. De
gemeenten zijn onder andere verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen en het
toezicht op rijksmonumenten. De provincies dragen de verantwoordelijkheid om te
beslissen wie in aanmerking komt voor een restauratiesubsidie; ook moeten ze toezicht
houden op de gemeentelijke monumententaken.
Een belangrijke wet hierbij is de Erfgoedwet. Daarin is vastgelegd wat tot ons cultureel
erfgoed behoort, wie waarvoor verantwoordelijk is en hoe het toezicht is geregeld.
De overheid kan de eigenaar van een rijksmonument ondersteunen bij de instandhouding
ervan. Daarvoor bestaan subsidies voor eigenaren van monumenten en voordelige leningen
voor onderhoud en restauratie. Of iemand een subsidie of lening krijgt voor onderhoud van
een monument, hangt af van het soort monument en de eigendomssituatie.
De beslissing of een gebouw, archeologische vondst of iets dergelijks tot het cultureel
erfgoed behoort, ligt bij de overheid. Of preciezer gezegd, bij de Rijksdienst voor
het Cultureel Erfgoed (RCE). Deze is belast met de uitvoering van zowel wettelijke taken als
het beleid van de minister van OCW; ook geeft de RCE-advies op het gebied van roerend en
onroerend cultureel erfgoed.
De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed houdt toezicht op een groot deel van het
cultureel erfgoed in Nederland. De inspectie moet erop toezien dat de Erfgoedwet en de
Archiefwet nageleefd worden.
Het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs zijn wettelijk verplicht
aandacht te schenken aan cultureel erfgoed (kerndoel 56, het verwerven van kennis van en
waardering krijgen voor aspecten van cultureel erfgoed). Dat kan op allerlei manieren: als
docent kun je met de leerlingen een bezoek brengen aan materieel erfgoed als een
windmolen of een oude boerderij en de geschiedenis van deze gebouwen met hen
bespreken.
Op die manier kun je de leerlingen er bewust van maken dat het cultureel erfgoed bij hun
geschiedenis hoort, bij hun cultuur, en dat het om zaken gaat die de moeite waard zijn om
te bewaren voor de toekomst. In je lessen kun je bespreken welke betekenis cultureel
erfgoed heeft en wat het kan betekenen voor de toekomst. Zo kunnen de leerlingen gaan
ervaren dat cultureel erfgoed met henzelf te maken heeft.
Bij onderwijs over cultureel erfgoed is het belangrijk dat de leerlingen kunnen ervaren en
beleven hoe het leven van mensen uit vroeger tijden geweest moet zijn. Ze kunnen op zoek
gaan naar sporen uit het verleden, om te beginnen in hun eigen omgeving. Je kunt als
docent je lessen zó inrichten dat ze gestimuleerd worden al hun zintuigen te gebruiken: ze
zien, voelen, horen, ruiken en proeven dingen die iets vertellen over het verleden. Ze leren
hun verbeelding te gebruiken.
Cultureel-erfgoedonderwijs sluit aan bij allerlei vakken, zoals geschiedenis en
aardrijkskunde, maar ook burgerschapsvorming en identiteitsontwikkeling. Op deze manier
kunnen de leerlingen ontdekken waarom kennis van de geschiedenis van Nederland
belangrijk voor hen is, of ze nu in Nederland geboren en opgegroeid zijn of niet. Het kan hen
helpen te ontdekken wat hun plek in de Nederlandse samenleving is, en wat hun eigen
cultureel erfgoed is.
Behalve gebouwen, landschappen enzovoorts die de Nederlandse overheid tot cultureel
erfgoed heeft verklaard, is er ook de Werelderfgoedlijst van Unesco. Op deze lijst staan drie
typen erfgoed: cultureel, natuurlijk of een hybride vorm van deze twee. Het
Werelderfgoedverdrag van Unesco bestaat dit jaar (2022) 50 jaar.
Het Koninkrijk der Nederlanden telt twaalf werelderfgoedsites. Daarvan liggen er elf in
Nederland en een in Curaçao (het jaartal verwijst naar het jaar waarin deze site op de lijst
geplaatst is):
Neder-Germaanse Limes (2021)
Koloniën van Weldadigheid (2021)
Hollandse Waterlinies (1996, uitbreiding in 2021)
Amsterdamse Grachtengordel (2010);
Droogmakerij De Beemster (1999);
Molencomplex Kinderdijk-Elshout (1997);
Rietveld Schröderhuis (2000);
Schokland en omgeving (1995);
Van Nellefabriek (2014);
Waddenzee (2009);
Ir. D.F. Woudagemaal (1998);
Willemstad (Curaçao) (1997).
Opleiding cultureel erfgoed
Er is in Nederland één HBO-opleiding waar je cultureel erfgoed kunt studeren: de vierjarige
voltijds bachelor opleiding aan de Reinwardt Academie in Amsterdam. Het is de enige
opleiding Cultureel Erfgoed in Europa.
De opleiding leidt studenten op voor professionele functies in het beroepsveld van
materieel en immaterieel erfgoed. Met deze opleiding kun je coördinerende functies
uitoefenen in archieven, bibliotheken, erfgoedinstellingen, galeries en musea. Er wordt
aandacht besteed aan alle genres erfgoed. De Reinwardt Academie biedt ook een
Engelstalige Master Museology aan.
‘Cultureel erfgoed is een verzamelnaam voor monumenten en verzamelingen met een grote cultuurhistorische betekenis. Deze sporen uit het verleden zijn zichtbaar en tastbaar aanwezig. Er wordt onderscheid gemaakt tussen materieel en immaterieel cultureel erfgoed.’ Je kunt bij cultureel erfgoed denken aan gebouwen, landschappen en archeologische vondsten (materieel erfgoed), maar ook aan tradities en gewoonten (immaterieel erfgoed).
Cultureel erfgoed is belangrijk omdat we hierdoor kennis kunnen maken met de geschiedenis van ons land en daarover kunnen leren. Het laat ons zien waar we vandaan komen, hoe onze voorouders leefden, hoe ons land gevormd is en het daagt ons uit ervan te leren voor ons leven hier en nu.
De Rijksoverheid vindt cultureel erfgoed zeer belangrijk; haar verplichtingen zijn vastgelegd in de Erfgoedwet. Daarin staat wat tot ons cultureel erfgoed behoort, wie waarvoor verantwoordelijk is en hoe het toezicht is geregeld. De Rijksoverheid, gemeenten, provincies en eigenaren zijn met elkaar verantwoordelijk voor de zorg voor het cultureel erfgoed in Nederland.
De Rijksoverheid ondersteunt eigenaren van gebouwen bijvoorbeeld met subsidies en leningen voor rijksmonumenten. De gemeenten zijn onder andere verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op rijksmonumenten. Bij de provincies ligt de verantwoordelijkheid om te beslissen wie in aanmerking komt voor een restauratiesubsidie; ook moeten ze toezicht houden op de gemeentelijke monumententaken.
Scholen in het primair onderwijs en de onderbouw van het middelbaar onderwijs zijn verplicht aandacht te besteden aan cultureel erfgoed (kerndoel 56). Ze kunnen dit in allerlei vakken doen, bijvoorbeeld aardrijkskunde, geschiedenis, burgerschapsvorming en identiteitsontwikkeling. Het doel is om de leerlingen kennis te laten maken met het leven uit vroeger tijden en hen te laten nadenken over het belang van cultureel erfgoed voor henzelf.
In Europa is één opleiding waar je cultureel erfgoed kunt studeren: de vierjarige voltijds bacheloropleiding aan de Reinwardt Academie in Amsterdam. Deze leidt studenten op voor professionele functies in het beroepenveld van materieel en immaterieel erfgoed. Er zijn uitgebreide stagemogelijkheden in binnen- en buitenland. De Reinwardt Academie biedt ook een Engelstalige Master Museology aan.
Met de bachelor Cultureel Erfgoed kun je coördinerende functies uitoefenen in archieven, bibliotheken, erfgoedinstellingen, galeries en musea, maar ook op het gebied van archeologie en landschapsbeheer. Je kunt daarbij denken aan beroepen als tentoonstellingscoördinator, collectiebeheerder, educatiemedewerker, beleidsmedewerker of manager van een bezoekerscentrum. Sommigen vinden werk bij veilinghuizen, tentoonstellingsbedrijven en galeries.
Het Koninkrijk der Nederlanden telt twaalf werelderfgoed websites. Daarvan liggen er elf in Nederland en een in Curaçao. Het zijn: de Neder-Germaanse Limes, de Koloniën van Weldadigheid, Hollandse Waterlinies, de Amsterdamse Grachtengordel, Droogmakerij De Beemster, het Molencomplex Kinderdijk-Elshout, het Rietveld Schröderhuis, Schokland en omgeving, de Van Nellefabriek, de Waddenzee, het Ir. D.F. Woudagemaal en, op Curaçao, Willemstad.